Schadelijke compromissen vermijden
door Richard StallmanVijfentwintig jaar geleden op 27 september 1983, kondigde ik het plan aan om een volledig vrij besturingssysteem te maken, GNU genaamd—voor ‘GNU's Not Unix’ (GNU is geen Unix). Als onderdeel van de 25e verjaardag van het GNU-systeem heb ik dit artikel geschreven, over hoe onze gemeenschap schadelijke compromissen kan vermijden. Naast het vermijden van deze compromissen, zijn er vele andere manieren waarop je GNU en vrije software kunt helpen. Een manier is om zoveel mogelijk te weigeren niet-vrije software of online ondiensten te gebruiken al is het maar één keer.
De vrije-softwarebeweging streeft naar sociale verandering: om alle software vrij te maken zodat alle softwaregebruikers vrij zijn en deel kunnen uitmaken van een gemeenschap waarin wordt samengewerkt. Elk niet-vrij programma geeft zijn ontwikkelaar ongerechtvaardigde macht over de gebruikers. Ons doel is een eind te maken aan dat onrecht.
De weg naar vrijheid is een lange. Het zal veel stappen en jaren kosten om een wereld te bereiken waarin het normaal is dat softwaregebruikers vrij zijn. Sommige van die stappen zijn moeilijk en vereisen opoffering. Sommigen worden gemakkelijker als we compromissen maken met mensen die andere doelen hebben.
De Free Software Foundation sluit dus compromissen— grote zelfs. We hebben bijvoorbeeld compromissen gemaakt met de patentbepalingen in versie 3 van de GNU General Public License (GNU GPL) zodat grote bedrijven zouden bijdragen aan software die wordt uitgebracht onder de GPLv3 en deze zouden verspreiden, waarmee sommige patenten onder het effect van deze bepalingen komen.
Het doel van de Lesser GPL is een compromis: we gebruiken het voor speciaal geselecteerde vrije programmabibliotheken, zodat deze kunnen worden toegepast in niet-vrije programma's, omdat we denken dat het verbieden van dit gebruik ontwikkelaars ertoe zou bewegen om dan maar niet-vrije (private) programmabibliotheken te gebruiken. We accepteren en installeren programmacode in GNU-programma's om ze samen te laten werken met veelgebruikte niet-vrije programma's, en we documenteren en publiceren deze op zo'n manier, dat we gebruikers van niet-vrije software aanmoedigen om vrije software te installeren, maar niet andersom. We ondersteunen specifieke campagnes waar we het mee eens zijn, zelfs als we niet volledig achter de groepen staan die deze campagnes opzetten.
Maar we verwerpen bepaalde compromissen, zelfs als veel anderen in onze gemeenschap daar wel toe bereid zijn. We kunnen bijvoorbeeld alleen GNU/Linux-distributies aanbevelen die als beleid hebben om geen niet-vrije software mee te leveren en dit ook niet zullen presenteren. Een niet-vrije distributie aanbevelen zou een schadelijk compromis zijn.
Compromissen zijn schadelijk wanneer ze op langere termijn tegen onze doelen werken. Dat kan gebeuren bij ideeën en bij acties.
Bij ideeën, zorgen schadelijke compromissen ervoor dat de dingen die wij willen veranderen, juist tegengewerkt worden. Ons doel is een wereld waarin softwaregebruikers vrij zijn, maar tot nu toe zien de meeste computergebruikers niet in dat vrijheid een probleem is. Zij hebben een “consumenten”-standpunt ingenomen, wat betekent dat ze een programma alleen beoordelen op praktische eigenschappen als prijs en gemak.
Het klassieke zelfhulpboek van Dale Carnegie, Hoe je vrienden maakt en mensen beïnvloedt, adviseert dat de beste manier om iemand aan te zetten tot een bepaalde actie is met argumenten te komen die zijn waarden aanspreken. Er zijn manieren waarop we de consumentenwaarden, die in onze samenleving aanwezig zijn, kunnen aanspreken. Vrije software die gratis wordt verkregen, kan de gebruiker bijvoorbeeld geld besparen. Veel vrije programma's zijn ook gemakkelijk en betrouwbaar. Het aanhalen van deze praktische voordelen heeft ertoe geleid dat veel gebruikers verschillende vrije programma's zijn gaan gebruiken, waarvan sommigen nu erg succesvol zijn.
Als het je doel is om meer mensen vrije software te laten gebruiken, zou je kunnen besluiten te zwijgen over het concept van vrijheid, en je alleen te concentreren op de praktische voordelen die een consument aanspreken. Dat is wat de term “open source” (open bron) en de bijbehorende retoriek doet.
Die aanpak brengt ons slechts gedeeltelijk naar het doel van vrijheid. Mensen die alleen vrije software gebruiken omdat het gemakkelijk is, zullen het alleen blijven gebruiken zolang het gemakkelijker is. En ze zien geen enkele reden om tegelijkertijd geen makkelijke niet-vrije programma's te gebruiken.
De filosofie van open source richt zich op consumentenwaarden, bevestigt en versterkt deze. Daarom pleiten we niet voor open source.
Om een duurzame vrije gemeenschap op te zetten, moeten we meer doen dan mensen wat vrije software te laten gebruiken. We moeten het idee verspreiden dat software (en andere dingen) beoordeeld zou moeten worden op “burgerwaarden”, waarbij beoordeeld wordt of het de vrijheid en gemeenschap van gebruikers respecteert, niet alleen in termen van gemak.
Om burgerwaarden te promoten, moeten we hierover praten en laten zien dat zij ten grondslag liggen aan onze daden. We moeten het compromis van Dale Carnegie, dat je daden van mensen zou kunnen beïnvloeden door op hun consumentenwaarden in te spelen, verwerpen.
Dit betekent niet dat we helemaal geen praktische voordelen kunnen benoemen—we kunnen en doen dat. Het wordt alleen een probleem wanneer de praktische voordelen de boventoon gaan voeren en vrijheid hierdoor naar de achtergrond verdwijnt. Daarom herhalen we vaak dat deze praktische voordelen van vrije software slechts bijzaak zijn.
Het is niet genoeg om onze woorden te laten stroken met onze idealen; onze daden moeten hier ook mee in overeenstemming zijn. Dus moeten we ook compromissen vermijden waarbij we de dingen waar wij tegen zijn, juist gaan doen of legitimeren.
Ervaring wijst bijvoorbeeld uit dat je gebruikers kan interesseren in GNU/Linux door wat niet-vrije programma's mee te leveren. Dit kan een schattige niet-vrije toepassing zijn die aandacht van de gebruiker trekt, of een niet-vrij programmeerplatform zoals Java (voorheen) of Flash (nog steeds), of een niet-vrij apparaat-stuurprogramma dat ondersteuning levert voor bepaalde hardwaremodellen.
Deze compromissen zijn verleidelijk, maar ondermijnen het doel. Als je niet-vrije software verspreidt, of mensen hiertoe beweegt, wordt het moeilijk om te zeggen, “niet-vrije software is onrechtvaardig, een sociaal probleem, en we moeten er een einde aan maken”. En zelfs als je deze woorden blijft uitspreken, zullen je daden deze woorden ondermijnen.
Het gaat er niet om of mensen niet-vrije software kunnen of mogen installeren; een systeem voor algemeen gebruik stelt mensen in staat om te doen wat zij willen. Het gaat erom of we mensen wel of niet leiden in de richting van niet-vrije software. Wat zij zelf doen is hun verantwoordelijkheid; wat wij voor hen doen, en wat we aan ze geven, is de onze. We moeten gebruikers niet richting niet-vrije software leiden en daarmee impliceren dat het een oplossing is, want niet-vrije software is juist het probleem.
Een schadelijk compromis heeft niet alleen slechte invloed op anderen. Het kan onze eigen waarden ook in de war brengen, door middel van cognitieve dissonantie. Als je bepaalde waarden hebt, maar je daden impliceren andere, conflicterende waarden, dan is het waarschijnlijk dat je je waarden of je daden verandert zodat het conflict niet meer bestaat. Projecten die gebaseerd zijn op praktische waarden, of die mensen richting niet-vrije software bewegen, vermijden bijna altijd het geven van slechts de hint dat niet-vrije software onethisch is. Voor zowel hun deelnemers als hun publiek, versterken zij consumentenwaarden. We moeten deze compromissen afwijzen als we onze waarden overeind willen houden.
Als je wilt overstappen naar vrije software zonder het doel van vrijheid aan te tasten, kan je kijken naar de hulpmiddelenpagina van de FSF. Daar staan hardware- en machinesamenstellingen op die werken met vrije software, volledig vrije GNU/Linux-distributies om te installeren, en duizenden vrije-softwarepakketten die werken in een 100 procent vrije-softwareomgeving. Als je de gemeenschap wilt helpen op het vrijheidspad te blijven, is het belangrijk om publiekelijk burgerwaarden te benadrukken. Als mensen praten over goed en slecht, of wat te doen, baseer je handelen en argumentatie op het perspectief van vrijheid en de gemeenschap.
Een weg die sneller is, is nutteloos als die naar de verkeerde plek gaat. Compromissen maken is essentieel om een ambitieus doel te bereiken, maar wees voorzichtig met compromissen die je van het doel afleiden.
Bekijk Positief belonen is niet genoeg eens voor een vergelijkbaar probleem in een andere context.