Dit is een vertaling van een Engelstalige pagina.
Het recht om te lezen
door Richard StallmanUit De gang naar Tycho, een serie artikelen over de voorgeschiedenis van de Luna-revolutie, verschenen in Maanstad in 2096.
Voor Dirk Halbert begon de gang naar Tycho op school—toen Lisa Lenz zijn computer te leen vroeg. Die van haar was stukgegaan en als ze niet gauw een andere kon lenen zou ze te laat zijn met haar werkstuk. Ze durfde het alleen Dirk te vragen.
Dit plaatste Dirk in hevige tweestrijd. Hij zou haar eigenlijk moeten helpen—maar als hij zijn computer uitleende zou ze zijn boeken kunnen lezen. Nog afgezien van het feit dat je een lange gevangenisstraf wachtte wanneer je iemand anders je boeken liet lezen, schrok hij zelf eerst ook van het idee. Net als ieder ander werd hem al sinds de basisschool ingeprent dat het uitlenen van boeken iets slechts en crimineels was—iets wat alleen piraten deden.
En verder weinig kans dat de SBD—de Softwarebeschermingsdienst—er niet achter zou komen. Tijdens de lessen Software was Dirk geleerd dat ieder boek een ingebouwde auteursrechtenagent had die aan Centraal Licentiebeheer rapporteerde waar, wanneer en door wie het boek gelezen werd. (Deze informatie gebruikten ze om leespiraten te pakken, maar ook om consumentenprofielen te verkopen aan handelaren). Zodra hij zijn computer aan het netwerk zou koppelen, zou Centraal Licentiebeheer er achter komen. Hijzelf, als eigenaar van de computer, zou de zwaarste straf krijgen—omdat hij niet zijn best zou hebben gedaan deze misdaad te voorkomen.
Lisa wilde natuurlijk niet zijn boeken lezen. Ze zou hem alleen nodig hebben om haar werkstuk af te maken. Maar Dirk wist dat ze uit een modaal gezin kwam en dus nauwelijks het lesgeld kon betalen, laat staan de leesheffing. Het lezen van zijn boeken zou weleens haar enige kans kunnen zijn op een diploma. Hijzelf was er zich maar al te zeer van bewust; hij had zichzelf zwaar in de schulden moeten steken om de leesheffingen te kunnen betalen van alle wetenschappelijke publicaties die hij las. (10% van de heffingen ging naar de onderzoekers die de artikelen schreven en aangezien Dirk een wetenschappelijke carriére nastreefde hoopte hij in de toekomst met zijn eigen wetenschappelijke publicaties zijn lening terug te kunnen betalen, mits zijn publicaties maar vaak genoeg zouden worden gerefereerd.)
Later zou Dirk erachter komen dat er een tijd was geweest waarin iedereen vrijelijk naar de bibliotheek kon gaan om er publicaties te lezen, en zelfs boeken, zonder daarvoor te hoeven betalen. Er bestonden toen onafhankelijke studenten en onderwijzers die duizenden pagina's lazen zonder bibliotheeksubsidie van de overheid. Maar rond 1990 begonnen zowel commerciële als niet-commerciële uitgevers geld te vragen voor toegang. Tegen 2047 was zelfs de herinnering aan bibliotheken die vrijelijk toegang boden vervaagd.
Natuurlijk waren er manieren om de SBD en Centraal Licentiebeheer te omzeilen. Maar die waren illegaal. Dirk kende een klasgenoot in Software, Frank Martucci, die een illegaal debug-programma op de kop had getikt wat hij gebruikte om de code van de auteursrechtenagent over te slaan wanneer hij boeken las. Maar hij had het teveel rondgebazuind en iemand had hem verraden aan de SBD voor een beloning (studenten die zwaar in de schulden zaten kwamen makkelijk tot verraad). In 2047 belandde Frank in de gevangenis. Niet voor lees-piraterij maar voor het in bezit hebben van een debug-programma.
Dirk zou er later achter komen dat er een tijd was geweest dat iedereen dergelijke programma's mocht hebben. Er waren zelfs vrije debug-programma's verkrijgbaar op CD en via het net. Maar lezers gingen ze gebruiken om auteursrechtagenten te omzeilen en uiteindelijk bepaalde een rechter dat debug-programma's hoofdzakelijk gebruikt werden voor dit doel. En dat betekende dus dat ze illegaal waren; de ontwikkelaars van debug-programma's belandden in de cel.
Programmeurs hadden natuurlijk nog steeds debug-programma's nodig maar exemplaren werden in 2047 alleen nog in genummerde oplagen verspreid, en alleen aan officieel geregistreerde programmeurs. Het debug-programma wat Dirk in de lessen gebruikte zat achter een speciale firewall zodat deze alleen voor de lessen kon worden gebruikt.
Het was ook mogelijk de agenten te omzeilen met een geprepareerd besturingssysteem. Dirk zou er al gauw achter komen dat er rond de eeuwwisseling vrije besturingssystemen waren. Ze waren echter niet alleen verboden, net als debug-programma's—je zou er alleen een kunnen installeren als je het systeemwachtwoord wist. En noch de FBI, noch Microsoft support zou je die geven.
Dirk kwam tot de conclusie dat hij Lisa zijn computer niet kon lenen. Maar hij wilde haar wel helpen want hij was smoorverliefd op haar. Iedere keer dat hij haar ontmoette voelde hij de vlinders in zijn buik. En dat ze uitgerekend hém om hulp vroeg zou wel eens kunnen betekenen dat zij ook wat voor hem voelde.
Dirk loste het dilemma uiteindelijk op door iets nog gewaagders te doen—hij leende Lisa's computer en vertelde haar zijn wachtwoord. Op die manier, wanneer Lisa zijn boeken zou lezen, zou Centraal Licentiebeheer denken dat hij het was die ze las. Het was nog steeds een misdaad maar de SBD zou er niet automatisch achter komen. Dat zou alleen gebeuren wanneer Lisa hem zou verraden.
Uiteraard zouden zowel hij als Lisa het als studenten kunnen vergeten op school, wanneer die er ooit achter zou komen, of Lisa die boeken nu zou lezen of niet. Het standpunt van de school was dat wanneer er geknoeid werd met de manier waarop zij het gebruik van computers controleerden, dit reden was voor strafmaatregelen. Het maakte daarbij niet uit of je er kwaad mee deed—het knoeien belemmerde de leiding in zijn controlerende functie. Ze namen daarbij automatisch aan dat je dus iets illegaals aan het doen was en het interesseerde ze daarbij niet wat dat dan was.
Studenten werden voor dit vergrijp niet van school gestuurd—niet meteen. In plaats daarvan werd hen de toegang tot de schoolcomputers ontzegd, zodat ze uiteindelijk hun tentamens niet konden halen.
Dirk zou er later achter komen dat dit universiteitsbeleid ergens rond 1980 was begonnen, toen studenten in grote getale computers gingen gebruiken. Daarvóór hadden universiteiten een ander beleid. Alleen activiteiten die schadelijk waren werden bestraft, niet de activiteiten die slechts verdacht waren.
Lisa verraadde Dirk niet aan de SBD. Zijn besluit haar te helpen mondde uiteindelijk uit in een huwelijk en zaaide twijfel over wat hen als kinderen was geleerd over piraterij. Het paar begon de geschiedenis van het auteursrecht uit te pluizen, over de Sovjet Unie met haar kopieer-beperkingen en zelfs over de originele Amerikaanse grondwet. Ze verhuisden naar Luna, alwaar ze gelijkgestemden ontmoetten die ook gevlucht waren voor de lange arm van de SBD. Toen de Tycho-revolutie in 2062 begon werd het centrale thema hiervan het universele recht om te lezen.
Opmerkingen van de auteur
-
Dit verhaal is bedoeld als een historisch artikel dat in de toekomst door iemand anders geschreven zal worden. Het beschrijft de jeugd van Dan Halbert in een repressieve samenleving, die gevormd wordt door onrechtvaardige machtigen die “piraat” als propaganda gebruiken. Het gebruikt dus de terminologie van die samenleving. Ik heb geprobeerd om het voorwaarts te weerspiegelen zodat het duidelijk repressief is. Zie ook “piraterij”.
-
Beperkingen door computers op het lenen of lezen van digitale boeken (en andere gepubliceerde werken) staan bekend als DRM, een afkorting voor “Digital Restrictions Management” (digitaal beheer van beperkingen). Om DRM uit te roeien heeft de Free Software Foundation de campagne Defective by Design opgezet. We vragen om jouw steun.
De Electronic Frontier Foundation, een aparte organisatie die niet is gelieerd aan de Free Software Foundation, voert ook campagne tegen DRM.
De volgende opmerking is meerdere keren bijgewerkt sinds de eerste publicatie.
-
De strijd om het leesrecht wordt al gestreden. Ook al kan het 50 jaar duren voordat onze voorbije vrijheden in de vergetelheid raken, het meeste van boven beschreven repressieve wetten en voorschriften zijn al voorgesteld; veel ervan is al verwerkt in Amerikaanse en andere wetten. In de VS gaf de “Digital Millenium Copyright Act” (DMCA) in 1998 expliciete overheidssteun aan beperkingen die worden afgedwongen door computers, dat bekend staat als DRM, door het criminaliseren van programma's die DRM kunnen omzeilen. De Europese Unie legde soortgelijke beperkingen op in een auteursrechtenlichtlijn in 2001, hoewel in een minder sterke vorm.
De VS voert campagne om zulke regels aan de rest van de wereld op te leggen door middel van zogenaamde “vrijhandels”verdragen. Bedrijfsheerschappij-verdragen is daar een betere term voor, omdat ze zijn ontworpen om bedrijven macht te geven over ogenschijnlijk democratische landen. Het DMCA-beleid om programma's die DRM omzeilen te criminaliseren is één van de vele onrechtvaardige wetten in een breed scala aan terreinen die deze verdragen opleggen.
De VS heeft DMCA-eisen opgelegd aan Australië, Panama, Colombia en Zuid-Korea door middel van bilaterale verdragen, aan landen zoals Costa Rica met een ander verdrag, CAFTA. Obama heeft de campagne verder opgevoerd met twee voorgestelde nieuwe verdragen, de TPP en TTIP. De TPP zou de DMCA tezamen met vele andere onrechten opleggen aan 12 landen aan de Atlantische Oceaan. TTIP zou soortgelijke beperkingen op Europa opleggen. Al deze verdragen moeten aan de kant worden geschoven of worden opgeheven.
Zelfs het World Wide Web Consortium (W3C) is ten prooi gevallen aan de auteursrechten-industrie; het staat op het punt om een DRM-systeem een officieel onderdeel te maken van de internet-specificaties.
-
Niet-vrije software neigt ernaar om veel eigenschappen te hebben die misbruik maken van de gebruiker, wat leidt tot de conclusie dat je nooit een niet-vrij programma kunt vertrouwen. We moeten op uitsluitend vrije software aandringen, en niet-vrije programma's afwijzen.
Met Windows Vista gaf Microsoft toe dat het een ingebouwde achterdeur had: Microsoft kan die gebruiken om installatie van “upgrades” af te dwingen, hoewel veel gebruikers deze beschouwen als downgrades. Het kan ook alle machines die Vista hebben opdragen om bepaalde stuurprogramma's te weigeren. Het primaire doel van de gebruikersonderdrukking van Vista is om DRM te krijgen waar gebruikers geen controle over hebben. Natuurlijk is Windows 10 geen haar beter.
-
Één van de ideeën uit het verhaal is pas in 2002 voorgesteld. Dat is het voorstel waarbij de FBI en Microsoft het systeemwachtwoord van je systeem beheren en het jou niet geven.
Voorstanders van zo'n systeem noemden vroege versies “vertrouwd computeren” en “Palladium”, maar toen het uiteindelijk in gebruik werd genomen werd het “beveiligd opstarten” genoemd.
Wat Microsoft beheert is niet precies een wachtwoord zoals we dat kennen; niemand zal het ooit hoeven intikken. Het is meer een handtekening en een versleutelde sleutel die overeenkomt met een tweede sleutel in jouw computer. Dit geeft Microsoft, en mogelijk iedere website die met Microsoft samenwerkt, totale controle over wat een gebruiker kan doen op zijn computer. Het is waarschijnlijk dat Microsoft deze controle gebruikt namens de FBI wanneer het er om vraagt: het laat al veiligheidsgaten in Windows aan de NSA zien om er misbruik van te maken.
Beveiligd opstarten kan zo worden gemaakt dat de gebruiker de ondertekeningssleutel opgeeft en bepaalt welke software te ondertekenen. In de praktijk worden pc's met Windows 10 alleen geleverd met de sleutel van Microsoft, en of de machine-eigenaar een ander systeem (zoals GNU/Linux) kan installeren bepaalt Microsoft. Wij noemen dit beperkt opstarten.
-
In 1997, toen dit verhaal voor het eerst was gepubliceerd, chanteerde de SBD kleine internetaanbieders en eiste dat de SBD alle gebruikers kon controleren. De meeste aanbieders zwichtten onder deze druk omdat ze zich geen proces konden veroorloven (Atlanta Journal-Constitution, 1 Okt 96, D3.). Tenminste één aanbieder, Community ConneXion in Oakland, Californië, weigerde en werd prompt voor de rechter gedaagd. De SBD zette het proces niet door, maar de DMCA gaf hen de macht geeft die ze zochten.
De SBD (SPA in de onvertaalde versie, of “Software Protection Agency”) staat eigenlijk voor “Software Publisher's Association” en is inmiddels vervangen door de BSA of Business Software Alliance. Het is op dit moment geen officiële politiemacht maar treedt wel zo op. Ze gebruiken methoden die aan het oude Russische communistische regime doen denken en nodigen mensen uit hun collega's en vrienden te verraden. Een terreurcampagne van de BSA in Argentinië in 2001 suggereerde dat mensen die software deelden verkracht zouden worden in de gevangenis.
-
Het beleid van de universiteit met betrekking tot beveiliging is niet verzonnen. Computers op een universiteit bij Chigago laten deze boodschap zien wanneer je inlogt:
Dit systeem mag alleen worden gebruikt door bevoegde personen. Activiteiten van allen die niet bevoegd zijn of buiten hun bevoegdheden treden worden gecontroleerd en vastgelegd door de beheerders. Door de controle op onbevoegden kan het zijn dat ook activiteiten van bevoegde gebruikers wordt vastgelegd. Eenieder die dit systeem gebruikt stemt erin toe dat dit gebeurt en dat bewijs van illegale activiteiten die hieruit voortvloeien, door de beheerders kan worden aangeleverd als bewijs aan de universiteit en/of de autoriteiten.
Dit is een interessante toepassing van het vierde amendement: zet iedereen bij voorbaat onder druk om af te zien van hun rechten.
Slecht nieuws
We lijken de slag om het leesrecht tot nu toe te verliezen. De vijand is goed georganiseerd, wij niet.
Commerciële e-boeken van tegenwoordig schaffen de traditionele vrijheden van lezers af. De e-boek-lezer van Amazon, die ik de “Amazon Swindle” noem omdat het ontworpen is lezers uit de traditionele vrijheden te slingeren, werkt met software met verschillende vertoonde Orwelliaanse functionaliteiten. Elk van deze roept al om een totale afwijzing van het product:
Het spioneert op alles wat de gebruiker doet: het meldt welk boek de gebruiker aan het lezen is, en welke pagina, en het meldt wanneer de gebruiker tekst markeert, en alle notities die de gebruiker invoert.
Het heeft DRM, wat bedoeld is om gebruikers te beletten om kopieën te delen.
Het heeft een achterdeur waarmee Amazon elk boek op afstand kan verwijderen. In 2009 verwijderde het duizenden kopieën van 1984, door George Orwell.
Alsof dat nog niet Orwelliaans genoeg is, er is een universele achterdeur waarmee Amazon de software op afstand kan veranderen, en daarbij andere misselijkheden kan invoeren.
Amazons verspreiding van e-boeken is ook repressief. Het identificeert de gebruiker en houdt bij welke boeken de gebruiker verkrijgt. Het vereist ook dat gebruikers instemmen met een anti-sociaal contract dat ze geen kopieën met anderen zullen delen. Mijn geweten zegt me dat, als ik akkoord was gegaan met zo'n contract, het minst kwade zou zijn om het te schenden en toch kopieën te delen; het zou echter pas helemaal goed zijn als ik in eerste instantie helemaal niet zou instemmen. Daarom weiger ik om akkoord te gaan met zulke contracten, of het nu voor software, e-boeken, muziek of voor iets anders is.
Wanneer we een halt willen toeroepen aan het slechte nieuws moeten we ons organiseren en vechten. Sluit je aan bij de campagne Defective by Design van de FSF om hulp te bieden. Je kunt je aansluiten bij de FSF om ons werk meer algemeen te ondersteunen. Er is ook een lijst met manieren waarmee je ons werk kunt helpen.
Referenties
- The administration's “White Paper”: Information Infrastructure Task Force, Intellectual Property [sic] and the National Information Infrastructure: The Report of the Working Group on Intellectual Property [sic] Rights (1995).
- An explanation of the White Paper: The Copyright Grab, Pamela Samuelson, Wired, 1 januari 1996.
- Sold Out, James Boyle, New York Times, 31 maart 1996.
- Public Data or Private Data, Dave Farber, Washington Post, 4 november 1996.
- Union for the Public Domain—een organisatie die tot doel heeft het doorslaan van auteursrechten en patenten tegen te gaan.
Dit artikel verscheen eerder in het februarinummer uit 1997 van Communications of the ACM (volume 40, nummer 2).
Dit artikel is opgenomen in Free Software, Free Society: The Selected Essays of Richard M. Stallman.
Meld je aan bij onze mailinglijst over de gevaren van e-boeken.