Dit is een vertaling van een Engelstalige pagina.

SCO, GNU en Linux

door Richard Stallman

De onenigheid tussen SCO en IBM over hun contracten heeft ook geleid tot een lastercampagne, gericht tegen het hele GNU/Linux systeem. Maar SCO ging behoorlijk in de fout toen ze mij verkeerd aanhaalden en beweerden dat ik had gezegd dat “Linux een kopie van Unix is”. Een hoop lezers kregen onmiddellijk argwaan--niet alleen omdat ik dit niet gezegd heb, en niet alleen omdat degene die dit zei het had over gepubliceerde ideeën (waarvoor het auteursrecht niet geldt) en niet over programmacode, maar omdat ze weten dat ik Linux nooit zou vergelijken met Unix.

Unix is een volledig besturingssysteem maar Linux is slechts een onderdeel van een besturingssysteem. SCO gebruikt de algemene verwarring tussen Linux en het GNU/Linux systeem om het publiek maximaal angst aan te praten. GNU/Linux is het besturingssysteem wat gebruikt maakt van Linux als de kernel. De kernel is het gedeelte dat de diverse onderdelen van je computer beheert, in dienst van de programma's die jij draait. Dat gedeelte is Linux.

We begonnen in 1984 met de ontwikkeling van GNU als een campagne voor de vrijheid, waarvan het doel was om nooit meer afhankelijk te zijn van niet-vrije software. GNU is vrije software, wat zoveel betekent dat gebruikers de vrijheid hebben om het naar willekeur te gebruiken, te bestuderen en veranderen (of programmeurs te betalen voor die veranderingen), het opnieuw te distribueren (gratis of voor een vergoeding) en gewijzigde versies te publiceren (zie een overzicht van het GNU project.)

In 1991 was GNU voor het grootste deel af maar het had alleen nog geen kernel. In 1992 maakte Linus Torvalds zijn kernel, Linux, vrije software. Weer anderen voegden GNU en Linux samen om zo het eerste complete vrije besturingssysteem te maken, GNU/Linux genaamd (zie onze veelgestelde vragen). GNU/Linux is vrije software en SCO maakte gebruik van deze vrijheid door er een eigen versie van te verkopen. Tegenwoordig draait GNU met diverse kernels, waaronder Linux, GNU Hurd (onze kernel) en de NetBSD kernel. Het is zo ongeveer hetzelfde systeem, ongeacht welke kernel er gebruikt wordt.

Degenen die Linux met GNU combineerden herkenden zelf niet dat ze daar mee bezig waren en noemden het resultaat “Linux”. Deze verwarring verspreidde zich; vele gebruikers en journalisten noemen het hele systeem “Linux”. Omdat ze ook de kernel correct betitelen als “Linux” zorgt dit voor nog meer verwarring: wanneer men dan iets over “Linux” beweert kunnen we alleen maar raden over welke software ze het hebben. De onverantwoorde beweringen van SCO zijn doordrenkt met referenties naar “Linux”. Het is onmogelijk om hier een samenhang in te vinden maar het lijkt erop dat ze het hele GNU/Linux systeem beschuldigen van het kopiëren van Unix.

De naam GNU staat voor “GNU's Not Unix” (GNU is geen Unix). De belangrijkste reden voor het maken van het GNU systeem is dat het geen Unix is. Unix is en was niet-vrije software, wat betekent dat het zijn gebruikers de vrijheid ontzegt om zeggenschap te hebben over hun eigen computers en om ermee samen te werken. We hadden een besturingssysteem van vrije software nodig om onze computers in vrijheid in onze gemeenschap te kunnen gebruiken. We hadden geen geld om een bestaand systeem te kopen en bevrijden maar we hadden wel de kennis en kunde om zelf een nieuwe te schrijven. Het schrijven van GNU was een gigantisch werk. Dat deden we voor onze vrijheid en die van jou.

Het kopiëren van Unix is ethisch verantwoord [1] maar niet legaal. Ons werk zou gebruikers geen legale vrije samenwerking brengen wanneer we dit niet legaal zouden doen. Om er zeker van te zijn dat we niets zouden kopiëren of zelfs maar iets schrijven wat erop zou lijken, drukten we eenieder op het hart om vooral niet naar Unix code te kijken wanneer ze GNU code aan het maken waren. Ook stelden we andere ontwerpbenaderingen voor die verschilden van Unix om er zeker van te zijn dat de code er ook niet op zou lijken. We deden onze stinkende best om geen Unix code te kopiëren, ondanks onze overtuiging dat het verbieden van het kopiëren moreel verwerpelijk is.

Een ander wapen van SCO is de verwarrende term “intellectueel eigendom” die ze gebruiken. Dit ondoordachte modewoord bevat een levensgroot vooroordeel: dat de enig juiste manier om om te gaan met ideeën, werken en merken is om ze te zien als eigendom. Iets minder voor de hand liggend is de schade die het aanbrengt door zaken té eenvoudig voor te stellen: het gooit verschillende wetten—patentrecht, auteursrecht en merkenrecht—die weinig met elkaar gemeen hebben, op één hoop. Daardoor zijn mensen geneigd te denken dat deze zaken hetzelfde zijn en dus allen slaan op het “probleem van intellectueel eigendom”. En dus gaan ze over “het probleem” nadenken, wat inhoudt dat ze op een dusdanig hoog en abstract nivo zitten dat de diverse sociale aspecten van deze wetten totaal in het niet verdwijnen. Een willekeurig “standpunt over intellectueel eigendom” raakt daarom kant noch wal. (Zie onze lijst van woorden die je moet vermijden voor meer uitleg over de verwarring die deze uitdrukking zaait.)

Voor een voorstander van strengere auteursrechten en patent richtlijnen is de uitdrukking een manier om helder denken daarover te voorkomen. Voor iemand die dreigt is het een wapen wat verwarring zaait: “wij dreigen dat we je een proces aan kunnen doen maar we zeggen niet waarover”.

In een eventueel proces zou een dergelijke dubbelzinnigheid geen kans maken. Als het doel van SCO echter is om aan de boom te schudden en te kijken of er wat geld uit komt rollen, of om alleen maar angst te zaaien, dan werkt een dergelijke vaagheid en mysterie alleen maar in hun voordeel.

Ik kan niets voorspellen over de uitkomst van de SCO versus IBM rechtszaak: ik weet niet wat er in hun overeenkomst stond, ik weet niet wat IBM gedaan heeft en ik ben geen jurist. De advocaat van de FSF, professor Moglen, is in de veronderstelling dat SCO toestemming heeft gegeven voor het gebruik door de gemeenschap van de code die zij onder de GNU GPL hebben gedistribueerd en onder andere vrije software licenties in hun versie van GNU/Linux.

Ik kan er echter wel in zijn algemeenheid iets over zeggen. In een gemeenschap van meer dan een half-miljoen ontwikkelaars kunnen we niet verwachten dat er nooit plagiaat zal worden gepleegd. Maar dat is geen ramp; we gooien het betreffende materiaal weg en gaan verder. Als er stukken in Linux zitten die zijn bijgedragen zonder wettelijke toestemming dat zullen de Linux ontwikkelaars dit vinden en het vervangen. SCO kan niet zijn auteursrechten noch zijn overeenkomsten gebruiken om te voorkomen dat duizenden anderen hun wettige bijdragen leveren. Linux zelf is niet langer onmisbaar: het GNU systeem werd populair met Linux maar tegenwoordig draait het ook op twee BSD kernels en de GNU kernel. Onze gemeenschap kan hier niet door worden tegengehouden.

Voetnoot

  1. Omdat deze uitspraak rechtstreeks ingaat tegen de gangbare mening van private software-ontwikkelaars zullen sommige lezers denken dat de toevoeging “niet” hier ontbreekt. Dat is niet het geval. Het is niet onverantwoord om software te kopiëren. Het is fout om het kopiëren van software te verbieden. Aldus zou software vrij moeten zijn.

Dit artikel is eerder gepubliceerd door ZDNet.